Janneke Brinkman ontmoet Neelie Kroes

Maxx Magazine - tekst: Jeroen Mei

‘Het moet anders,  ook heilige huisjes  moeten eraan  geloven’

Janneke Brinkman-Salentijn en Neelie Kroes kennen elkaar al meer dan veertig jaar. Hun vriendschap ontstond in de tijd dat Elco Brinkman samen met Neelie in  het kabinet-Lubbers zat. Voor MAX Magazine halen ze  herinneringen op en laat Neelie kanten van zichzelf zien die de meeste mensen niet kennen…

Janneke: “Wat ontzettend fijn dat je tijd voor ons hebt vrijgemaakt in je drukke agenda, want jij werkt zelfs in de vakantie nog door. Je woont hier prachtig trouwens, in je buitenverblijf midden in de natuur.”
Neelie: “Veel te leuk om jou weer te zien.”
Janneke: “We kennen elkaar al veertig jaar. Elco en jij hebben samen in twee kabinetten gezeten waarin Elco verantwoordelijk was voor Ouderenzorg en Cultuur en jij minister was van Verkeer en Waterstaat. Ieder jaar zien we elkaar tijdens de Mattheus Passion in de Pieterskerk, samen met andere oudgedienden en met die groep eten we dan na afloop bij ons thuis.”
Neelie: “Allemaal mensen van hetzelfde slagveld.”
Janneke: “Wat mensen waar­schijnlijk niet weten, is dat je net als ik een liefde hebt voor bloemen en planten. Toen je nog in Wassenaar woonde, kwam ik je regelmatig tegen in het tuincentrum. Je had toen een prachtige tuin met rozen en een vijver met een fontein.
Neelie: “Toen we daar gingen wonen, riep ik enthousiast tegen mijn toenmalige echtgenoot: ‘Nu hoef ik nooit meer op vakantie!’ Die liefde voor de natuur had ik als kind al. Ik ben geboren en getogen op een bovenhuis. Op mijn zolderkamer had ik een klein balkonnetje met houten bakken die een neefje voor me had gemaakt. Als ik bezig kon zijn met plantjes, was ik letterlijk als een kind zo blij.”

‘VERSPIL JE TALENTEN NIET’
Janneke: “Tegenwoordig maak je je sterk voor de positie van vrouwen, terwijl je nooit een type bent geweest zoals Hedy D’ancona die, toen ik studeerde, al langskwam op mijn studentenclub om vrouwen toe te spreken over man, vrouw en maatschappij. Dat was de tijd van de Dolle Mina’s en baas in eigen buik. Jij bent pas later feministisch geworden?”
Neelie: “Ik ben een late bekeerling. Iets wat Hedy mij nu nog verwijt. Ik heb altijd gedacht dat je als vrouw net zo veel kansen had als een man, mits je bereid was je mouwen op te stropen. Voor mezelf klopte dat; bloed, zweet en geen tranen. Die pleng je maar thuis. Tot ik op basis van de cijfers tot de conclusie kwam dat de gelijktrekking van man en vrouw nog een paar honderd jaar gaat duren. En aangezien ik niet in het eeuwige leven geloof… Dus ook al heb ik kansen gekregen en gepakt, er zijn ook meiden die zeer getalenteerd zijn, die dolgraag willen en niet aan de bak komen. Dus intussen ben ik een voorstander van een vrouwenquotum en motiveer ik vrouwen om meer werk te maken van hun carrière.
Bedenk ook dat onze kinderen en kleinkinderen straks honderd jaar of ouder worden. Tegen jonge vrouwen zeg ik: plan een stukje van die honderd jaar voor je gezinssituatie, maar zorg dat je een diploma hebt en niet te vroeg gaat kaarten, golfen en noem maar op. Verspil je talenten niet en het geeft ook zo veel voldoening als je werkt. Veel meer dan wanneer je thuiskomt en kunt zeggen dat je negen holes hebt gelopen."

NELSON MANDELA
Janneke: “Jij hebt een duizelingwekkende carrière gehad, twee keer minister geweest, Eurocommissaris in Brussel, commissariaten, noem maar op. In die lange carrière is er ook veel gezeur en kritiek geweest (o.a. over belangenverstrengeling, red.). Kon je daar tegen?”
Neelie: “Ik heb in de loop der jaren een olifantshuid opgebouwd. Als je overtuigd bent dat het uitmaakt wat je doet en je jezelf recht in de spiegel kunt blijven aankijken, dan blijf je overeind. Naast moeilijke momenten heb ik natuurlijk ook veel unieke dingen meegemaakt, mijn kleindochters vragen daar weleens naar.
Dan vertel ik bijvoorbeeld over Nelson Mandela die ik heb mogen ontmoeten en mij bij hem thuis uitnodigde. Die mij ook nog eens vertelde dat het zo goed was wat ik allemaal deed, haha. Echt heel bijzonder die man, nog nooit zo’n puur mens meegemaakt.”

‘KEIHARDE OPVOEDING’
Janneke: “Jouw ijzeren mentaliteit, jouw onvervaarde levenshouding, is dat ook te herleiden tot het gezin waar je uit komt?”
Neelie: “Het begint er denk ik mee dat ik in de oorlog geboren ben. En het zit voor een stukje ook in de genen. Mijn vader zat tijdens de oorlog in het verzet en na de oorlog is hij met het dumpmateriaal van de Amerikanen aan de slag gegaan. Met geleend geld van ooms en tantes is hij een zwaar transportbedrijf begonnen. Dat is jarenlang bikkelen geweest, en dat krijg je als kind mee natuurlijk. De mentaliteit dat je niet moet zeuren, maar je best moet doen is er met de paplepel ingegoten. En als iets je niet zint of iemand zich niet naar jouw lijnen wil voegen, dan zal je het toch anders of beter moeten doen. Een keiharde, maar wel constructieve opvoeding.”

‘LESSEN TREKKEN UIT HET VERLEDEN’
Janneke: “Ik reed afgelopen weekend met Elco naar vrienden in Zeeland. Hij vertelde dat zelfs dertig jaar na de Watersnoodramp van 1953 de Deltawerken, waar jouw ministerie over ging, nog niet klaar waren. Daardoor moest er voortdurend bezuinigd worden, wat onder meer ten koste ging van de cultuursector en Elco moest inleveren op de bejaardenoorden. Door de coronatijden zal straks opnieuw bezuinigd moeten worden. Hoe kunnen we voorkomen dat dat niet weer ten koste gaat van de ouderenzorg?”
Neelie: “Zo’n immens project, daar hadden we in Nederland geen ervaring mee. Dat was één van de redenen dat er telkens een overschrijding kwam. Elke keer stierf ik duizend doden als ik de ministerraad om meer geld moest vragen. Ik was zeer gesteld op Elco en dacht: mijn god, zo meteen staat de hele cultuursector weer op de stoep en idem dito de bejaarden. Ik zie nog de demonstranten lopen achter de Hofvijver. En dat kwam allemaal door mij, want ik had de rekening op tafel gelegd! De coronacrisis heeft nu al veel meer gekost en we staan nog maar aan het begin van alle ellende. We moeten nu lessen trekken uit het verleden, dus niet automatisch gaan snijden in begrotingen die zich daarvoor nogal makkelijk lenen, zoals ouderenzorg. We moeten heel innovatief, creatief, gebruikmakend van de digitale technologie, voor een andersoortige aanpak kiezen. Als er dingen moeten veranderen, moeten ook heilige huisjes bespreekbaar zijn. Neem hard rijden op de snelweg, daar ben ik zelf verantwoordelijk voor geweest. Dat we terug zijn gegaan naar 100 was anderhalf jaar geleden onbespreekbaar geweest, vloeken in de kerk binnen mijn partij. Maar kijk eens wat voor rust dat geeft op het wegennet. Ik vind het veel meer ontspannen rijden en ook veiliger.”

‘DE KOEK WAS OP’
Janneke: “Elco en ik zijn al bijna vijftig jaar samen. Jij bent twee keer getrouwd geweest, onder andere een paars huwelijk met Bram Peper (voormalig burgermeester van Rotterdam en PvdA­nestor, red.). Mis je het weleens om zonder partner door het leven te gaan?”
Neelie: “Ik weet absoluut wat ik níet mis. Als ik terugkijk, realiseer ik me natuurlijk ook dat ik met ex­partners ook hele goede tijden heb gehad. Bram was een heel inspirerend mens, alleen kwam er een fase dat het niet meer ging. Ik kan gelukkig heel goed alleen zijn en er gebeurt altijd zo veel in mijn leven, dat ik niet het gevoel heb dat ik iets mis.”

‘IK KAN ZE NU NIET KNUFFELEN’
Janneke: “En je hebt heel veel vrienden en geniet van het culturele leven in Amsterdam, weet ik. En heel bijzonder, een zoon en kleindochters die in San Francisco wonen.”
Neelie: “De laatste periode is het contact vooral via Facetime, ik vind het nog steeds onverantwoord om te vliegen. De consequentie is wel dat ik ze niet kan knuffelen. Dat mis ik. Dat mijn zoon in het buitenlandwoont, daar ben ik intussen lang genoeg aan gewend. Al na zijn studie en militaire dienst heeft hij zijn biezen gepakt. Wat meespeelde was dat hij niet alsmaar aangesproken wilde worden op zijn moeder. Al in de eerste klas van het vwo kreeg hij om zijn oren: ‘Jouw moeder is voor kruisraketten.’”
Janneke: “Hoe heeft jouw zoon het verder ervaren om jou, een heel hardwerkende vrouw, als moeder te hebben?”
Neelie: “Als ik aan Yvo vraag: ‘Hoe kijk jij terug op je jeugd?’, dan zegt hij: ‘Mam, ik had het niet anders gewild, het was prima.’ Nu had ik het geluk dat hij een uitgebalanceerd kind was, maar ik werkte natuurlijk wel veel en heb heel veel leuke dingen gemist, absoluut. Ik kon niet zoals mijn vriendinnen bij mooi weer met de kinderen naar het strand. Als werkende moeder kun je niet zonder opvang. En ik heb altijd een goede fee gehad, een tweede moeder zal ik maar zeggen. Ik heb wel altijd tegen Yvo gezegd: ‘Als er echt iets is en jij hebt je moeder nodig, dan bel je me, en kom ik.’ In de Tweede Kamer moest ik een belangrijke toespraak houden. Word ik achter het groene gordijn geroepen, mobieltjes hadden we nog niet; Yvo, huilend aan de lijn: ‘Mijn konijn is doodgebeten.’ Ik ben naar de Kamervoorzitter gegaan, Anne Vondeling, en zei: ‘Het konijn is doodgebeten.’ Die zei: ‘Ophouden hier, naar huis jij.’ Die man kon bij mij dus nooit meer stuk!”

‘PLUK DE DAG’
Janneke: “Volgend jaar word je tachtig. Hoe kijk jij aan tegen de eindigheid van het leven? Heb je bijvoorbeeld dingen geregeld?”
Neelie: “Ik heb een euthanasie­verklaring. Dementerend in een verzorgingstehuis komen, dat gaan we niet doen. En ik heb uiteraard dingen met Yvo besproken, mocht er iets met me gebeuren. En bij de huisarts heb ik laten noteren dat ik in deze coronaperiode niet in een ic­bed terecht wil komen. Ik wil niet de plaats van een jonger iemand innemen en daarna ook nog eens revalideren. Ik geloof niet dat er hierna nog wat is. Ik heb hier een bepaalde tijd tot mijn beschikking, alleen weet ik niet hoe lang. Vandaar mijn instelling: pluk de dag en ga niet zitten kniezen.”

Kijk verder