Kleurenpracht uit een biologenhand | 2016

Kleurenpracht uit een biologenhand

Bionieuws - 10 december 2016

Kleurrijke bloemen, planten en vlinders. Al 25 jaar vullen tekeningen van bioloog Janneke Brinkman-Salentijn agenda’s. ‘Het moet botanisch correct zijn.’
 

De tuinman stopt net een scala aan bloembollen in de grond, als Janneke Brinkman-Salentijn (1948) de deur op de bel-etage van een statig pand open zwaait: huis Botania. ‘Ik heb net de wereld aan bloembollen uitgezocht’, vertelt ze verheugd, ‘die kan ik dan straks schilderen.’ Brinkman is al 25 jaar bekend van haar tekeningen van planten, dieren en bloemen, maar is van huis uit bioloog. Op haar visitekaartje met een door haar getekende pioenroos prijkt dan ook de titel ‘biologe/botanisch tekenaar’. ‘Biologie is de basis geweest van alles’, zegt Brinkman, terwijl ze thee inschenkt uit een theepot met vlindertjes van haar hand. In 1967 startte ze met biologie aan de Universiteit van Amsterdam, waar ze uiteindelijk afstudeerde in de microbiologie. ‘Plantenbiologie van Algra, microbiologie bij Stouthamer, dierfysiologie van Lever’, somt ze moeiteloos de vakken op die ze vijftig jaar geleden volgde. ‘Alles wat op de snijtafels lag, moest minutieus worden ingetekend. De zenuwen van een kikker, de bloedsomloop van een duif. En de darmen van een cavia, ik weet nog dat hij aan de diarree was; stond je daar te kokken boven de tafel’, vertelt ze met haar handen in het haar. ‘Ik vond het leuk mooie tekeningen van die dieren te maken, maar daar ging het natuurlijk niet om’, lacht ze. ‘Je moest juist de structuren tekenen, en de juiste benamingen erbij. Daar heb ik wel leren tekenen met oog voor detail.’ 
Aanvankelijk gaf Brinkman na haar studie biologieles op een middelbare school. Nadat ze met haar man Elco Brinkman van Amsterdam naar Leiden verhuisde en in verwachting was van hun tweede kind, liet een nieuwe school even op zich wachten en herontdekte ze het tekenen tijdens een aquarelcursus. ‘Dat wil ik ook, dacht ik gelijk. Elco zei: je bent gek, je hebt toch een vak geleerd? Maar hierin komen biologie, mijn gevoel voor kleur en compositie, en bloemenliefde prachtig samen’, zegt Brinkman. 

Agenda

Precies dertig jaar geleden vond haar allereerste expositie plaats. ‘Het is mijn geluk geweest dat er op die tentoonstelling een uitgever rondliep die vroeg of ik een agenda voor hem wilde maken.’ In de winkels ligt inmiddels de 25ste editie van de agenda waar Brinkman jaarlijks de bloemen voor tekent, die tevens de basis vormen van servies- en beddengoed, postzegels, posters en kalenders. ‘Nee, die hang ik niet aan de muur; ik kijk er de hele dag al naar’, lacht ze. Intussen legt ze de laatste hand aan de agenda van 2018 en begint ze in januari aan de tekeningen voor 2019. ‘Ik werk twee jaar vooruit bloemen die in die maand bloeien’, vertelt ze, terwijl ze in haar atelier de schetsen voor volgende maand laat zien. Ernaast liggen proefjes voor de juiste kleur, aan de muur hangen talloze ingelijste tekeningen, en de kast puilt uit van de producten die uit haar tekeningen voortkwamen. ‘Ik heb altijd de bloemen die ik teken voor mijn neus. Ik bestudeer ze, snijd ze open. Het moet botanisch correct zijn: hoe groeit het blad aan de stengel, hoeveel meeldraden zijn er? Dat hoeft voor het publiek misschien niet, maar met mijn achtergrond vind ik het belangrijk dat het wetenschappelijk correct is. Tegelijkertijd kan een botanische tekening ook heel saai zijn. Ik probeer door mijn compositie en lichtinval het geheelen teken de toch spannend te maken’, zegt Brinkman. De benodigde bloemen haalt ze uit eigen tuin, van de bloemenwinkel en uit de Hortus om de hoek. Of ze neemt iets mee van een reis. ‘Uit Zuid-Afrika heb ik een prachtige Kanniedood meegenomen in mijn koffer.
De koffer was te zwaar, maar ik durfde hem niet open te maken en heb bijbetaald’, verklapt ze. ‘Ik teken graag bijzondere soorten, maar het publiek wil ook graag herkenbaarheid. Ik wil graag nog een keer de kattensnor tekenen, maar die heb ik nog altijd niet bemachtigd.’ Ter ere van haar 25-jarig jubileum is er vanaf 26 februari een overzichtstentoonstelling in Slot Zeist te zien. En na een jarenlange column in de Margriet, start ze in januari een nieuwe column voor Max Magazine.
‘Dat is nu meer mijn doelgroep’, lacht ze, ‘maar we gaan nog niet het Zwitserlevengevoel in, hoor. We zijn nog veel te druk bezig.’ De bloembollen liggen inmiddels onder de grond te wachten om in het voorjaar getekend te worden, voor weer een nieuwe agenda. ‘Nog een kop koffie?’, roept ze naar de tuinman
 

Tekst: Maartje Kouwen

Kijk verder