Het Huis “Botania”
Erg actief waren we echter niet. Elco fietste wel eens een ommetje om dan terug te komen met een geestdriftig verhaal over een boerderij die te koop stond, maar dat sprak mij niet zo aan. Als er wat met een van ons tweeën zou gebeuren, zo redeneerde ik, zit je daar maar eenzaam naar de koeien te staren. Totdat onze huidige buren aan kennissen van ons vroegen of het Plantsoen niets voor ons was. Het bewuste huis bleek niet officieel te koop te staan. Een buitenlander had het voormalige studentenhuis een half jaar eerder gekocht, maar vervolgens dusdanig ingrijpende verbouwingsvoorstellen ingediend dat hij geen vergunning kreeg. De sleutel had hij bij het buurhuis afgegeven om eventuele belangstellenden binnen te kunnen laten. De buurvrouw was een ware Cerberus: ze liet alleen binnen wie ze een geschikte buur vond en wierf dus blijkbaar ook actief. Ze was natuurlijk bevreesd dat het opnieuw een studentenhuis zou worden, want haar andere buren zijn nog altijd 22 gezellige studenten.
Na onze treurig stemmende bezichtiging dronken we een glas wijn bij haar. Terwijl we daar zaten, gingen plotseling mijn ogen open: zo aantrekkelijk als het bij haar was, kon het bij ons ook worden. Als je door alle rotzooi heen keek, had het huis tenslotte wel allure. Alleen al die pilaren met bloemenranken! Dat betekende voor mij de ommekeer. Voor Elco nog niet. Hij zag op tegen het gedoe van een ingrijpende renovatie. Maar een week later zaten we op één lijn. En ik hoef alleen maar te zien hoe gelukkig hij nu is in zijn lichte studeerkamer met uitzicht op het schitterende Plantsoen om te weten dat ook híj geen minuut spijt heeft gehad.